Hoi!
Vandaag een spel om te oefenen met de structuur van getallen.
Iedere leerling krijgt een blaadje met daarop een getal. De volgende getallen zitten in het spel:
Eenheden: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Tientallen: 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90
Honderdtallen: 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900
Hier kun je de getallen printen en knippen.
Ik geef sommige kinderen meerdere kaartjes als ik kaartjes over heb. Het is namelijk wel belangrijk om alle kaartjes in het spel te hebben.
Dan start je deze powerpoint op. Je laat steeds één leerling het getal voorlezen en vervolgens moeten er drie kinderen gaan staan die nodig zijn om het getal te vormen.
Als je bijvoorbeeld het getal 365 hebt, gaan dus de kinderen met het briefje 300, 60 en 5 staan. Als je naar de volgende dia van de powerpoint gaat, zie je ook staan 300 + 60 + 5 = 365. Dan mogen de kinderen weer gaan zitten en ga je naar de volgende. Zo komen alle kinderen aan de beurt!
Veel oefenplezier!
Liefs,
Juf Sylvia
Geschreven door